Het Kempisch Museum te Brecht is een privé-museum dat beheerd wordt door de Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring voor Brecht en omstreken v.z.w. Het museum werd gesticht in 1905 en is daarmee het op één na oudste museum van de Kempen.

Een bezoek aan het Kempisch Museum begint reeds buiten; voor het museum ziet u de resten van de schepenbank en de kaak, getuigen van de rechterlijke macht, die vroeger in Brecht werd uitgeoefend.

In het museum zelf krijgt u een beeld van de manier van leven en werken van onze Kempense voorouders. Ook de volksdevotie en het belangrijke gildeleven komen aan bod.

De zeer uitgebreide collectie gereedschappen getuigt over verschillende verdwenen ambachten, zoals de kuiper, de klompenmaker, de wagenmaker en andere.

De zestiende eeuw was voor Brecht een periode van grote bloei, niet alleen economisch maar ook cultureel. Er was een rederijkerskamer en een Latijnse school, gesticht door Johannes Custos. Bekende, in Brecht geboren, humanisten kregen hier het begin van hun opleiding: de jurist Gabriël Mudaeus, economist en moraalfilosoof Leonardus Lessius en de Renaissancedichter, jonker Jan van der Noot. Over hen kunt u in het Kempisch Museum heel wat te weten komen.

De archeologische collectie omvat vondsten van over heel de kempen, maar vooral uit Brecht zelf.